BHV in 2025: dit verandert er in wet- en regelgeving (en daarom wil je je BHV nú op orde hebben)

Gepubliceerd op 5 november 2025 om 14:15

BHV in 2025: dit verandert er in wet- en regelgeving (en daarom wil je je BHV nú op orde hebben)

Samenvatting in één alinea
Bedrijfshulpverlening (BHV) is in Nederland al jaren een wettelijke plicht voor werkgevers. De kern blijft: als werkgever moet je voldoende BHV’ers aanwijzen en zorgen dat ze voldoende zijn opgeleid en uitgerust om adequaat te handelen bij incidenten, passend bij je RI&E-risico’s. Wat wél verandert, is de manier waarop hierop wordt gehandhaafd en hoe normen en handreikingen het verwachtingsniveau voor organisaties aanscherpen. Denk aan recente richtlijnen van de Nederlandse Arbeidsinspectie, de nadruk op risico­gestuurd organiseren en een strakker boete­beleid. Ook als zzp’er krijg je vaker met Arbo-regels te maken (bijvoorbeeld op gedeelde werkplekken of bij risicovol werk). In dit artikel lees je exact wat de wet vereist, wat er verandert, wat dit betekent voor mkb, grootbedrijf én zzp’ers, en waarom het slim (en vaak noodzakelijk) is om nu je BHV-opleiding en -organisatie te regelen — vóórdat je wordt verrast door een incident of inspectie.

 

1) BHV in het kort: wat is wettelijk verplicht?

De wettelijke basis voor BHV staat in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Kort gezegd: iedere werkgever moet de bedrijfshulpverlening organiseren en één of meer BHV’ers aanwijzen. Het aantal BHV’ers is niet hard in de wet vastgelegd; je bepaalt het op basis van je risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), de omvang van je organisatie en de aard van de risico’s (bijv. brand, gevaarlijke stoffen, veel publiek/bezoekers). Je moet er bovendien voor zorgen dat BHV’ers hun taken goed kunnen uitvoeren — in de praktijk betekent dat: opleiden, trainen en uitrusten. Een formeel “BHV-certificaat” is niet wettelijk voorgeschreven, maar is wel het meest gangbare bewijs dat je medewerkers aantoonbaar zijn getraind. (Zie de officiële uitleg op Arboportaal)

 

Belangrijke nuance: de werkgever mag in sommige gevallen zelf BHV-taken uitvoeren, maar dan moet er altijd vervanging geregeld zijn bij afwezigheid (denk aan vakantie of ziekte). In organisaties met ploegendiensten, filialen of veel bezoekers (retail, zorg, onderwijs, hospitality) betekent dit in de praktijk dat je meerdere BHV’ers beschikbaar moet hebben, per locatie en per dienst. (Zie ook Ondernemersplein

2) Wat verandert er in 2024–2025 rond BHV en handhaving?

Hoewel de juridische plicht om BHV te organiseren niet nieuw is, zien we in 2024–2025 drie trends die de lat voor werkgevers hoger en scherper leggen:

  1. Strakkere handhaving en boetebeleid
    De overheid heeft het handhavings- en boetekader aangescherpt. De nieuwe beleidsregel voor boeteoplegging onder de Arbowet geeft duidelijkere boetetarieven, werkt recidive expliciet uit en benoemt wanneer en hoe matiging mogelijk is. Concreet: geen of gebrekkige BHV-organisatie weegt zwaarder mee en herhaling wordt harder bestraft. Dit zorgt ervoor dat tekortkomingen rondom BHV (en onderliggende elementen zoals RI&E, ontruimingsoefeningen en instructies) sneller financiële én imagoschade opleveren.

  2. Actuele werkinstructie van de Arbeidsinspectie
    De Nederlandse Arbeidsinspectie beschrijft in haar recente werkinstructie Bedrijfshulpverlening hoe inspecteurs toetsen of werkgevers “goede BHV” hebben ingericht en wat als doeltreffend wordt gezien. De instructie benadrukt dat het aantal BHV’ers afhangt van grootte en risico’s en dat de inrichting praktisch moet werken (dus niet alleen “papieren BHV”). Inspecteurs kijken scherper naar het risicoprofiel van organisaties en of BHV’ers actueel getraind zijn voor de reële scenario’s in jouw bedrijf.

  3. Normen en handreikingen: van minimum naar maatwerk
    De normen en richtlijnen voor bedrijfsnoodorganisatie en bedrijfsnoodplannen hebben de afgelopen jaren de risicogestuurde aanpak centraal gezet. Dat betekent: niet alleen “een BHV-cursus hebben”, maar je hele BHV-organisatie (procedures, middelen, oefenfrequentie) laten aansluiten op wat er bij jou kan gebeuren. De SER-Handreiking Bedrijfshulpverlening biedt hiervoor rekenmethodes en praktische kaders. Daarmee groeit het verwachtingsniveau: je aanpak moet bewust, onderbouwd en aantoonbaar zijn.

Gevolg voor werkgevers:
Waar BHV vroeger soms als “afvinkonderwerp” werd gezien, vraagt de huidige handhaving om zichtbaar onderbouwde keuzes, actuele scholing en regelmatig oefenen. Papieren plannen zonder geoefende medewerkers houden bij inspectie steeds minder stand.


3) Is BHV “nieuw” of “straks pas verplicht”? – De feiten

  • BHV is al verplicht voor alle werkgevers in Nederland. De wet bestaat al jaren; het accent ligt nu sterker op doeltreffende inrichting, aantoonbare training en handhaving.

  • Er is geen wettelijk verplicht certificaat, maar je moet wél kunnen aantonen dat je BHV’ers competent zijn (opleiding, oefening). In de praktijk is een certificaat de meest geaccepteerde manier om dat te bewijzen.

  • Het aantal BHV’ers is risico-afhankelijk en niet één universeel getal. De SER-handreiking helpt met rekenmethodes en scenario’s (bijvoorbeeld bezoekersaantallen, niet-zelfredzame personen, gebouwgrootte).


4) Wat betekent dit voor zzp’ers?

Ben je zzp’er zonder personeel? Dan ben je juridisch gezien geen werkgever en heb je niet automatisch een BHV-plicht. Toch gelden er Arbo-regels voor zelfstandigen, zeker bij gevaarlijk werk of wanneer je op een locatie werkt waar je anderen kunt beïnvloeden (bijvoorbeeld in een bedrijfsverzamelgebouw, op een bouwplaats of in een fabriek van je opdrachtgever). Bovendien kunnen opdrachtgevers van zzp’ers eisen stellen — al dan niet via contract of huisregels — over veiligheidstrainingen en noodprocedures.

Praktische werkelijkheid voor zzp’ers in 2025

  • Werk je tussen werknemers van een opdrachtgever of met andere opdrachtnemers op één locatie? Dan gelden vaak dezelfde Arbo-regels op de werkvloer. Veel opdrachtgevers controleren of jij in noodsituaties weet wat je moet doen en verwachten dat je BHV-kennis (minimaal basis EHBO/reanimatie + brand/ontruiming) paraat is.

  • Doe je risicovol werk (techniek, productie, bouw, evenementen, zorg)? Dan kun je ook als zzp’er door de Arbeidsinspectie worden aangesproken op veilig gedrag en voorbereidingen. Een BHV-cursus is dan geen overbodige luxe — en soms een contractuele voorwaarde.

Kortom: ook al is BHV voor de pure eenpitter niet formeel verplicht, in de praktijk vergroot een BHV-certificaat je veiligheid, professionele uitstraling en commerciële kansen. Steeds meer opdrachtgevers willen met veiligheid-gecertificeerde zelfstandigen werken.


5) Hoe bepaal je hoeveel BHV’ers je nodig hebt?

Er is geen “one-size-fits-all”. De RI&E en het bedrijfsspecifieke risicoprofiel zijn leidend. Factoren zijn onder andere: aantal medewerkers, bezoekersstroom, niet-zelfredzame personen, gebouwindeling, werkscenario’s (zoals werken met machines of chemie) en aanwezigheid van BHV’ers per dienst of locatie.

Praktische tips:

  • Plan per scenario (brand, reanimatie, ontruiming) hoeveel BHV’ers je tegelijk nodig hebt om effectief te handelen; verdisconteer ziekte, vakantie en ploegendienst.

  • Leg keuzes vast in je BHV-plan en toets ze via oefeningen; evalueer en verbeter. Normen zoals NEN 8112 (bedrijfsnoodplannen) helpen om je plan praktisch en compleet te maken.


6) Opleiden, oefenen en aantonen: wat is “genoeg”?

De wet zegt niet: “elk jaar een bepaald certificaat”. De eis is: doeltreffend kunnen handelen. In de praktijk betekent dat:

  • Een basisopleiding BHV (eerste hulp inclusief reanimatie/AED, beginnende brandbestrijding en ontruimen).

  • Regelmatige herhalingsoefeningen, afgestemd op risico’s en personeelsverloop.

  • Dossiervorming: trainingen, aanwezigheidslijsten, oefenverslagen, evaluaties en verbeteracties. Inspecteurs kijken naar de werking van je BHV in de praktijk — papier alleen is onvoldoende.

De SER-handreiking adviseert om structureel te oefenen, minimaal jaarlijks een ontruimingsoefening te houden en het risico-afwegingskader te trainen (wanneer grijp je in, met welke persoonlijke veiligheid?). Dat sluit aan op hoe de Arbeidsinspectie naar doeltreffendheid kijkt.


7) Waarom nu je BHV op orde brengen? (5 zakelijke redenen)

  1. Handhaving wordt strenger en voorspelbaarder
    Met een aangescherpt boetekader loont voorkomen meer dan genezen. Een kleine investering in opleiding en herhaling is goedkoper dan stilstand, boetes en reputatieschade na incident of inspectie.

  2. Continuïteit en aansprakelijkheid
    Een goed functionerende BHV-organisatie beperkt schade (aan mensen, middelen en data) en kan bij claims laten zien dat jij alles redelijkerwijs hebt gedaan om risico’s te beheersen. Ook opdrachtgevers en verzekeraars stellen hier vaker vragen over.

  3. Klantverwachting en ketenveiligheid
    In ketensamenwerking (bouw, industrie, logistiek, events, zorg) verwachten partners professioneel veiligheidsgedrag. Aantoonbare BHV-bekwaamheid geeft vertrouwen en maakt je concurrentiekrachtiger bij aanbestedingen en pitches.

  4. Personeelskrapte vraagt brede inzetbaarheid
    Met krappe bezetting wil je geen “BHV-gaten” in ploegen. Door meer mensen op te leiden spreid je risico’s, beperk je uitval bij ziekte of vakantie en houd je elk tijdslot afgedekt.

  5. Cultuur en vertrouwen
    Teams die regelmatig oefenen, reageren rustiger en sneller. Dat verkleint letsel, verkort downtime en geeft medewerkers en bezoekers vertrouwen in jouw organisatie.


8) Veelgemaakte fouten (en hoe je ze voorkomt)

  • Alleen “een certificaat” regelen en verder niets. BHV is geen eenmalig vinkje; zonder oefenen en actueel plan daalt je effectiviteit snel.

  • Te weinig BHV’ers per dienst of vestiging. Kijk naar bezetting per moment en bezoekersstromen. Veranker vervanging en back-up.

  • Geen link met de RI&E. Je BHV-bezetting, middelen en procedures moeten aantoonbaar aansluiten op je risico’s.

  • Onrealistische scenario’s. Oefen wat echt kan gebeuren bij jou (bijvoorbeeld reanimatie in de winkel, brand in de keuken, ontruiming met rolstoelgebruikers).


9) Specifiek voor mkb en filialen/vestigingen

  • Filialen: elke locatie heeft een eigen risico- en bezettingsprofiel. Zorg dat op iedere locatie minimaal één BHV’er per dienst aanwezig is, met back-up. Documenteer lokaal je ontruimingsmiddelen, verzamelplaatsen en contactgegevens van hulpdiensten.

  • Productie en logistiek: extra aandacht voor brandscenario’s, gevaarlijke stoffen, machine-ongevallen en communicatie in lawaaiige omgevingen.

  • Publiekslocaties (retail, hospitality, cultuur, onderwijs, zorg): reken met bezoekers en niet-zelfredzame personen; zet crowdmanagement en rolstoel- of brancardroutes in je plan.


10) Specifiek voor zzp’ers

  • Werk je op locatie bij opdrachtgevers? Vraag naar het BHV-plan en meld je bij de BHV-coördinator. Volg instructies en noteer vluchtroutes en AED-locaties.

  • Werk je alleen (bijvoorbeeld storingsdienst, nachtelijke werkzaamheden)? Denk aan alleen-werkrisico’s: communicatie, bereikbaarheid, locatie-sharing, basis EHBO-kit en reanimatiekennis.

  • Werk je in gevaarlijke situaties (hoogte, stroom, chemie, snij- of brandgevaar)? Je kunt door de Arbeidsinspectie op je eigen Arbo-naleving worden aangesproken. Een BHV-cursus vergroot je handelingsbekwaamheid én je opdrachtbaarheid.


11) Zo breng je je BHV vandaag nog op orde (stappenplan)

  1. Check je RI&E
    Is de RI&E actueel en zijn BHV-risico’s daarin goed uitgewerkt? Zo niet: bijwerken.

  2. Bepaal benodigde bezetting
    Gebruik de SER-handreiking om scenario’s en rekenmethodes te doorlopen en vertaal dit naar beschikbare BHV’ers per dienst of locatie. Leg de onderbouwing vast.

  3. Leid op & herhaal gericht
    Kies een opleiding die de drie kerntaken dekt (eerste hulp/reanimatie, beginnende brand, ontruiming) en plan herhaling op basis van risico’s en personeelsverloop. Bewaar bewijs (certificaten, presentielijsten).

  4. Maak of actualiseer je BHV-plan
    Stem procedures, communicatie, middelen (zoals AED), rolverdeling en verzamelplaatsen af op jouw scenario’s. Normen zoals NEN 8112 helpen om je bedrijfsnoodplan compleet te krijgen.

  5. Oefen en evalueer
    Plan periodieke scenario-oefeningen en minimaal jaarlijks een ontruimingsoefening; leg vast wat goed ging en wat beter kan, en werk je plan bij.

  6. Borg vervanging en continuïteit
    Voorkom “BHV-gaten” door extra BHV’ers op te leiden en de planning dienst- of locatiespecifiek te organiseren.


12) Veelgestelde vragen

Is BHV straks verplicht gesteld door een nieuwe wet?
Nee, BHV is al verplicht voor werkgevers. De accentverschuiving zit in handhaving en risicogestuurd werken: inspecteurs toetsen strenger op effectiviteit en onderbouwing.

Is een BHV-certificaat verplicht?
De wet eist geen specifiek certificaat, maar wel dat BHV’ers hun taken goed kunnen uitvoeren. Een certificaat en herhaling zijn de meest praktische manier om dit aantoonbaar te maken.

Hoeveel BHV’ers heb ik nodig?
Dat hangt af van je RI&E en je scenario’s (grootte, bezoekers, risico’s). De SER-handreiking biedt rekenmethodes en kaders om dit te bepalen.

Moet een zzp’er BHV hebben?
Een zzp’er zonder personeel heeft in beginsel geen BHV-plicht. Maar bij gevaarlijk werk, gedeelde werkplekken of opdrachtgeverseisen gelden vaak wél verplichtingen en is een BHV-cursus verstandig en soms noodzakelijk om te mogen werken.


13) Conclusie: Wacht niet — BHV is je license-to-operate

Of je nu mkb’er, filiaalmanager, HR- of veiligheidsprofessional, of zzp’er bent: BHV is geen administratieve last, maar je license-to-operate. De wet verplicht werkgevers al jaren tot goede BHV. De handhaving is in 2024–2025 strakker geworden en het verwachtingsniveau is helder: je BHV moet passen bij je risico’s, actueel geoefend zijn en aantoonbaar op orde. Ook als zzp’er ontkom je er in de praktijk niet aan — zeker niet als je op gedeelde locaties werkt of risicovolle werkzaamheden uitvoert.

Nu regelen betekent straks geen gedoe: beter voorbereid, minder incidentimpact, meer vertrouwen bij opdrachtgevers, en veel minder kans op boetes of stilstand.


14) Klaar om het goed te regelen?

  • Plan een BHV-basistraining of herhaling voor je team (of voor jezelf als zzp’er).

  • Check je RI&E en koppel hier concreet je BHV-bezetting en oefenplan aan.

  • Borg continuïteit per dienst en per locatie.

  • Documenteer: certificaten, oefenverslagen en verbeteracties.


Disclaimer

Dit artikel biedt algemene informatie en is geen juridisch advies. Raadpleeg bij twijfel je preventiemedewerker, arbodienst of veiligheidskundige. Bij inspecties en incidenten gelden altijd de formele Arbowet- en Arbobesluit-teksten en richtlijnen van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.