Wat verandert er voor bedrijfseigenaren in 2026 op het gebied van BHV?

De wereld van veiligheid op de werkvloer verandert voortdurend, en in 2026 worden bedrijfseigenaren opnieuw geconfronteerd met aangescherpte verwachtingen binnen de BHV-regelgeving. Hoewel de basisverplichtingen uit de Arbowet grotendeels hetzelfde blijven, worden onderdelen rondom borging, actualiteit en digitalisering uitgebreid. Met name de rol van online BHV-cursussen komt sterker in beeld. Maar wat betekent dit precies voor ondernemers?

BHV blijft verplicht — maar de norm verschuift

Elke werkgever moet volgens de Arbowet zorgen voor voldoende en adequaat opgeleide bedrijfshulpverleners (BHV’ers) binnen het bedrijf. Wat verandert in 2026 is niet zozeer de verplichting zelf, maar de manier waarop werkgevers moeten aantonen dat hun BHV-organisatie up-to-date, passend en aantoonbaar effectief is.

Belangrijke ontwikkelingen voor 2026:

1. Meer nadruk op risico-specifieke BHV

Werkgevers moeten BHV niet langer zien als een standaardpakket. De Inspectie SZW kondigt aan sterker te controleren op BHV-voorzieningen die aansluiten op de specifieke risico’s binnen het bedrijf.
Voorbeeld:

• Een kantooromgeving vraagt andere BHV-vaardigheden dan een magazijn met heftrucks.

• Bedrijven met veel bezoekers moeten meer aandacht besteden aan evacuatie en communicatie.

Online BHV-cursussen in 2026: steeds vaker geaccepteerd, maar niet altijd voldoende

De digitalisering zet door. Online BHV-cursussen worden in 2026 steeds populairder, vooral vanwege flexibiliteit, lagere kosten en snelle inzetbaarheid. Veel aanbieders bieden goede e-learning modules voor theorie, zoals brandpreventie, communicatie en basis eerste hulp.

Maar: voor veel bedrijven zal een online cursus alléén niet meer genoeg zijn.

Waarom niet?

• De Arbowet vereist dat een BHV’er bekwaam moet zijn — en dat moet in praktijk worden aangetoond.

• Theorie online doen mag, maar veel bedrijfssituaties vereisen praktische trainingsmomenten zoals:

  • brandblus-oefeningen,

  • reanimatie (met AED-training),

  • ontruimingsscenario’s,

  • incidentoefeningen.

Hybride BHV-opleidingen worden de norm

In 2026 zullen steeds meer werkgevers overstappen op hybride BHV-programma’s, waarbij theorie online wordt geleerd en praktijk op locatie wordt geoefend. Dit biedt een efficiënte balans tussen flexibiliteit en kwaliteit.

Wat moeten bedrijfseigenaren concreet doen in 2026?

1. Actualiseer de RI&E

De BHV-organisatie moet aansluiten op risico’s. In 2026 wordt verwacht dat werkgevers BHV-opleidingen en aantallen BHV’ers matchen met de bevindingen uit de Risico-Inventarisatie & Evaluatie.

2. Documenteer competenties beter

Werkgevers moeten steeds duidelijker kunnen aantonen dat BHV’ers recent zijn opgeleid en geoefend. Denk aan:

• digitale certificaten,

• registraties van oefenmomenten,

• jaarlijkse herhalingen.

3. Plan vaker (interne) oefeningen

Er ligt steeds meer nadruk op daadwerkelijke inzetbaarheid. Inspecties kijken niet alleen naar certificaten, maar naar het vermogen van medewerkers om in noodsituaties adequaat te handelen.

4. Controleer of online cursussen voldoende zijn

Bedrijven mogen online theorie gebruiken, maar moeten beoordelen of dit de risico’s dekt. Bij twijfel: kies voor praktijktraining als toevoeging.

Conclusie: 2026 vraagt om een actievere, modernere BHV-aanpak

Voor bedrijfseigenaren betekent 2026 dat BHV niet meer gezien kan worden als een eenmalige cursus, maar als een voortdurend proces van leren, oefenen en aanpassen. Digitalisering biedt veel voordelen, maar mag de praktijkervaring niet vervangen waar die essentieel is.

Wie kiest voor hybride BHV-opleidingen, duidelijke documentatie en risico-gericht trainen, voldoet niet alleen aan de norm — maar zorgt ook voor een veilige, professionele werkomgeving.